Zijrivieren

Zijrivieren


De Jordaan heeft een aantal zijrivieren. Vanaf de westkant zijn dat eigenlijk alleen maar enkele beekjes die een groot deel van het jaar droog staan. In de buurt van Jeruzalem bijvoorbeeld vinden we de ‘Wadi Kelt’, een diepe kloof, die in de richting van Jericho loopt. Deze is misschien dezelfde als de Frath (of Prath), de plaats waar Jeremia een gordel moest verstoppen (Jer. 13:4).

   Jarmoek   

Belangrijker zijn rivieren die aan de oostkant in de Jordaan uitmonden. Ten zuiden van het Meer van Galilea is dat eerst de Jarmoek. Deze stroomt voorbij het drielandenpunt Syrië-Israël-Jordanië en komt ongeveer 10 km van het Meer in de Jordaan terecht. De Jarmoek, die water aanvoert uit Syrië en Jordanië, is geen kleintje, want de hoeveelheid water in de Jordaan wordt daardoor verdubbeld!

   Jabbok   

Verderop hebben we dan de bekende Jabbok, waarvan we weten uit de geschiedenis van Jacob (Gen. 32:22). Later lezen we dat David voor Absalom vluchtte naar Mahanaïm. Die stad lag waarschijnlijk aan deze rivier. De Jabbok ontspringt in de buurt van waar vroeger de stad Rabba (van de Ammonieten) lag. Tegenwoordig vind je daar Amman, de hoofdstad van Jordanië. De rivier stroomt de Jordaan in op zo’n twee-derde van de afstand tussen de Zee van Tiberias en de Dode Zee. Je vindt hier de “Adam Brug”, een grenspost. Deze naam herinnert aan de stad Adam uit Jozua 3:16. Bij de overtocht van de Israëlieten over de Jordaan viel de rivier droog vanaf deze stad.

Het is goed om even op te merken dat je een rivier als de Jabbok niet als een klein stroompje moet zien, dat je gemakkelijk kunt passeren. De rivier stroomt door een diepe kloof. Wil je erover trekken, dan moet je over een kilometer afstand zeker 100 m afdalen voordat je weer omhoog kunt.

De ‘beek’ Krith, bekend uit de geschiedenis van Elia (1 Kon. 17), moeten we waarschijnlijk iets ten noorden van de Jabbok zoeken. In deze omgeving lag ook het plaatsje Thisbe, waaruit de profeet afkomstig was.

   Arnon    

Verder naar het zuiden vinden we de rivier Arnon, die ook uit de Bijbel bekend is. Deze was destijds de grens tussen Moab en de stammen in het Overjordaanse. Ook weer zo’n kloof, die in vroeger dagen een moeilijk te passeren grenslijn vormde! In Deut. 2:24 staat zo eenvoudig, dat de Israëlieten over de Arnon moesten trekken. Dat lijkt simpel. Maar je begrijpt nu wel dat het passeren van die enorme kloof heel wat voor dat volk heeft betekend. In reisverhalen van tegenwoordig kun je lezen dat je daar per auto soms uren voor nodig hebt. Via haarspeldbochten omlaag; op het diepste punt moet je het water (dat soms weinig voorstelt) oversteken. En dan aan de andere kant weer naar boven. De Arnon stroomt niet in de Jordaan zelf uit, maar in de Dode Zee, waarin al het Jordaanwater wordt opgevangen.

   Zered    

Tenslotte noemen we de Zered, een rivier die helemaal in de zuidpunt van de Dode Zee uitstroomt. De Zered is bekend om zijn warmwaterbronnen. Deze vormde vroeger de grens tussen het land van de Moabieten en dat van de Edomieten. In de Bijbel heet de Zered “de beek der wilgen” (Jes. 15:7). Er wordt wel gedacht dat het het dal van de Zered is geweest, dat door de Heere met water werd gevuld, toen de koningen van Israël, Juda en Edom dreigden om te komen (2 Kon. 3:16).

De genoemde zijrivieren van de Jordaan heten ook wel wadi’s. Zo’n wadi (‘beek’ in de Bijbel) had in de warme periode vaak geen of heel weinig water, maar die hoeveelheid kon door winterregens enorm aanzwellen.