Waterschaarste


Tegenwoordig zijn er miljoenen mensen die het moeten doen met de schaarse watervoorraad in het land Israël. In het noorden valt wel behoorlijk wat regen; er zijn soms hele natte winters. Maar meer naar het zuiden grenst het land aan woestijngebieden. Veel water is en wordt nog steeds gebruikt voor bevloeiing (irrigatie) van de droge grond. Men schat dat minstens 80% van het Jordaanwater wordt afgetapt. In de hete Jordaanvallei, en vooral bij de Dode Zee, is er veel verdamping. Van een flinke zijrivier als de Jarmoek moet je ook niet zoveel verwachten: deze rivier loopt voor een groot deel door buurlanden, waar ze natuurlijk ook om water zitten te springen!

   Wat is de Jordaan nu nog?   

Industrie, die we eveneens vinden in Israël, vraagt natuurlijk ook water, dus het is geen wonder dat het waterpeil in de Jordaan aan het dalen is. “Het is, vergeleken met vroeger, niet meer dan een modderstroom”, wordt wel gezegd. Ook de kwaliteit van het Jordaanwater wordt minder als je verder naar het zuiden gaat. Het water van de Dode Zee daalt tegenwoordig met ongeveer een meter per jaar. Dat heeft ook te maken met de vele industrieën die we er aantreffen. Veel Israëli’s en Jordaniërs vinden daar werk. Daartegenover staat dat Israël de laatste jaren zeer goede resultaten heeft bereikt op het gebied van waterzuivering en ontzilting. Dat heeft het waterprobleem in het land vrijwel opgelost. Zelfs vragen andere landen om kennis van de watertechnologie van Israël. Het land kan soms zuiver water exporteren. En dat in een droog klimaat!

   Conflict om water   

Water speelt ook een rol in de verhouding tussen Israël en de Arabieren (Palestijnen). Deze laatsten beweren dat ze slecht door Israël worden behandeld. Immers, de bewoners van de Westelijke oever van de Jordaan krijgen veel te weinig water, is hun opvatting. Een Arabier krijgt gemiddeld wel drie of vier keer minder water als een Israëli, die er royaal zijn zwembad mee kan vullen, zo klagen ze. Er wordt wel veel regenwater ondergronds, onder de heuvels, opgeslagen, dat door de bewoners weer kan worden opgepompt. Maar een heel groot deel ervan vloeit weer naar Israëlisch gebied. Aan de andere kant: Israël zegt dat de Arabieren niet verstandig met het water omgaan: ze zouden beter gebruik moeten maken van waterzuivering, zoals de Israëli’s ook zelf doen. Dan hoeven ze geen ‘vers’ water voor bevloeiing van het land te gebruiken. Tegelijk moeten we bedenken dat de welvaart in Israël veel groter is, met grote bevolkingscentra en veel bedrijven. Daardoor zal er meer behoefte zijn aan water. Intussen is volgens de Israëli’s de situatie voor de Arabieren sterk verbeterd. En ook zijn tegenwoordig bijna alle Palestijnen aangesloten op de waterleiding. Hoe zou dat in omringende landen zijn?

Wel is er het gevaar dat het ‘gevecht’ om water in deze regio uit de hand gaat lopen. Er komen steeds meer mensen die moeten leven in een omgeving met een zeer droog klimaat.