Ik zag het nieuw Jeruzalem
Ik zag het nieuw Jeruzalem dat uit de hemel kwam,
de stad waarin weerklinkt de stem van God en van het Lam.
de stad waarin weerklinkt de stem van God en van het Lam.
Maar wat ik zag: een tempel niet, geen licht van zon of maan;
de tempel is God Zelf; het licht komt bij het Lam vandaan.
de tempel is God Zelf; het licht komt bij het Lam vandaan.
De volken komen in dat licht met al hun praal en pracht;
de poorten gaan er nooit meer dicht, want nimmer is het nacht.
de poorten gaan er nooit meer dicht, want nimmer is het nacht.
Daar komt niet in wiens leven is vol vuile taal en vloek;
wiens naam door God geschreven is, die staat bij Hem te boek.
wiens naam door God geschreven is, die staat bij Hem te boek.
En ik zag geen tempel in dezelve; want de Heere, de almachtige God, is haar Tempel, en het Lam. En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars. En de volken die zalig worden, zullen in haar licht wandelen; en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve. En haar poorten zullen niet gesloten worden des daags; want aldaar zal geen nacht zijn. En zij zullen de heerlijkheid en de eer der volken daarin brengen. En in haar zal niet inkomen iets dat ontreinigt en gruwelijkheid doet en leugen spreekt; maar die geschreven zijn in het boek des levens des Lams.
De muziek bij dit lied is hier te vinden.
Documenten
Ik zag het nieuw Jeruzalem - Tekst en muziek