Onafhankelijkheid

(142 – 137 voor Chr.)

Terug in Syrië zet Tryfon koning Antiochus VI – nog maar een kind! – af en gaat zelf op de troon zitten. Maar nog steeds heerst koning Demetrius II over het andere deel van het land.

   "Laat er vrede tussen ons zijn..."   

Al gauw zoekt de Makkabeeënleider Simon contact met Demetrius. En het ongelooflijke gebeurt: de koning schrijft in een brief dat hij niet anders dan vrede wil met de Judeeërs. Ze hoeven geen belasting meer te betalen en wat nog niet was overgedragen wordt kwijtgescholden. Het kan niet mooier: Judea is onafhankelijk! Simon is hogepriester, generaal en leider van de Joden. Dit jaar, 142 voor Chr., wordt gezien als het begin van een langdurige periode van onafhankelijkheid. Dat wil niet zeggen: een tijd van vrede. Want in de volgende jaren zullen steeds meer ruzies ontstaan binnen het huis van de Makkabeeën. Het wordt tenslotte zo erg dat de Romeinen moeten ingrijpen. Maar laten we niet op de zaken vooruitlopen…

   De Hasmoneeën   

Er komt nu een koningshuis in Judea aan het bewind. Dat wordt genoemd naar een verre voorvader van Judas, die Hasmon heette. Daarom spreken we wel van de dynastie van de Hasmoneeën. Deze zal het vanaf het jaar 142 nog lang voor het zeggen hebben.

Al is het land nu onafhankelijk, de gehate vesting Akra (vlak bij de tempel) wordt nog steeds bezet door Syrische soldaten. Daar weet Simon wel raad op. De soldaten krijgen gebrek aan voedsel, zodat ze zich moeten overgeven. De Akra wordt grotendeels afgebroken. Zelfs is ook het grondgebied van de Joden uitgebreid sinds de vervolgingen door Antiochus IV. Simon heeft de havenstad Jaffa, van waaruit hij schepen kan uitrusten.

Het volgende jaar is er een grote bijeenkomst in Jeruzalem. Simon wordt aangewezen als de absolute leider van de Joden. Eigenlijk koning, generaal en hogepriester tegelijk. Eindelijk is er in Judea weer een heerser die door het eigen volk is benoemd!

   Weer onrust in Syrië   

Het blijft maar doorgaan. Koning Demetrius II wordt in één van zijn oorlogen door de vijand gevangen genomen. Tryfon denkt nu heel Syrië in handen te krijgen, maar dat blijkt een grote vergissing. Een broer van Demetrius maakt zich meester van de troon en regeert als koning Antiochus VII. Je zou bijna de tel kwijtraken… Tryfon kan niet anders dan vluchten.
Antiochus houdt mooie praatjes tegen de Joden: hij zegt nóg eens dat ze toch écht onafhankelijk zijn, dat ze hun eigen leger mogen hebben. Zelfs mogen ze geld in omloop brengen volgens hun eigen munteenheid! Maar spoedig zal blijken wat deze woorden waard zijn…

   Oorlogsdreiging   

In de afgelopen jaren hadden de Joden stukken land veroverd buiten de grenzen van Judea. En dan ineens komen de Syriërs met een heel ander verhaal. De Joden moeten nu hierover een flinke belasting betalen. Simon voelt hier niets voor. Wel wil hij een aardige duit betalen voor de steden die door de Makkabeeën zijn veroverd. Maar daarmee is Antiochus het niet eens. Hij dreigt met oorlog. En wéér kunnen de Judeeërs zich opmaken voor de strijd…