Eindelijk vrijheid
(137 – 129 voor Chr.)
De Syrische koning wil - letterlijk - met alle geweld zijn macht over Judea handhaven. Hij stuurt een leger op de Joden af, maar dat wordt teruggeslagen door Johannes en Judas, zonen van Simon, die ook over grote militaire capaciteiten beschikken.
Welvaart in Judea
Dat is dan ook weer goed afgelopen! Er breekt nu een goede en rustige tijd aan in Judea. Simon komt dan wel niet uit een echt hogepriesterlijk geslacht – maar omdat hij algemeen geacht is onder de bevolking, willen de orthodoxe Joden niet teveel problemen maken.
Zeker drie jaar lang laten de Syriërs de Joden hun gang gaan; een nieuwe veldtocht wordt niet ondernomen. In het eerste Boek der Makkabeeën staat in hoofdstuk 14:9-12:
De ouden zaten op de straten, en spraken allen met elkander van goede dingen, en de jongelingen deden heerlijke oorlogskledingen aan.
De steden voorzag hij van proviand, en hij voorzag hen met allerlei gereedschap om haar te versterken, zodat zijn heerlijke naam genoemd werd tot het uiterste der aarde.
Hij maakte vrede in het land en Israël verheugde zich met grote verheuging.
En een ieder zat onder zijn wijnstok en zijn vijgenboom, en er was niemand die hen deed vrezen.
Een familiedrama
Maar dan blijkt het gevaar uit een heel andere, onverwachte, hoek te komen. Wat Simon niet weet: zijn schoonzoon Ptolemeüs heeft in het geheim een verbond met koning Antiochus gesloten. Hij hoopt daardoor stadhouder van Judea te kunnen worden. Deze Ptolemeüs is militair bevelhebber in de buurt van Jericho. Hij nodigt Simon en zijn gevolg uit voor een feestelijke maaltijd. Ze eten en drinken en Simon vermoedt geen enkel onheil. Maar opeens geeft Ptolemeüs een teken, waarna de hoge gasten – onder wie ook twee zonen van Simon – worden gedood!
Er is nu nog één zoon van Simon in leven: Johannes Hyrkanus. Deze wordt snel gewaarschuwd. Hij weet de vijanden die hem willen vermoorden te overwinnen en trekt naar Jeruzalem. Daar wordt hij als nieuwe hogepriester en bevelhebber ingehuldigd.
De vrijheid breekt aan!
Maar toch valt er een schaduw over de vreugde bij de Joden. De Syrische koning Antiochus is een krachtig heerser: hij eist dat de Joden belasting betalen over de steden die ze buiten Judea hebben veroverd. Veel verder durft Antiochus niet te gaan, want hij weet dat de Joden een verbond met de machtige Romeinen hebben gesloten. Maar de Syriërs blijven invallen doen in Judea; ook wordt Jeruzalem enige tijd belegerd.
Maar deze toestand zal niet al te lang duren. Vijf jaar later, in 129 voor Chr. sneuvelt koning Antiochus VII in de strijd met de Parthen. Vanaf dat moment is het zo’n beetje gedaan met de macht van Syrië: de burgeroorlog laait weer op. Johannes Hyrkanus maakt van die situatie gebruik; de onafhankelijkheid van Judea wordt hersteld. Nu breekt een tijdperk aan van vrijheid voor de Joden.