Buiten het getto
In de loop van de tijd, vooral in de 18e eeuw, ging men inzien, dat de Joden een grote rol konden spelen in de samenleving. Vooral op het gebied van het zakenleven, de handel en geldleningen. Die dingen waren immers heel belangrijk voor de economie.
Beschermde Joden
Wat gebeurde? Sommigen werden aangewezen als “beschermde Joden”. Die vond je veel in Duitsland. Ze mochten dan hun zaken uitvoeren, maar ook kregen ze opdrachten om aankopen te doen voor het leger. En ze moesten aan de vorst leningen verstrekken. Want in de geldhandel hadden Joden vaak heel veel ervaring. Zo konden Joden, die eerst in het getto zaten, actief worden in de handel en daardoor veel geld verdienen. Ze verhandelden van alles: zijde, zilver, goud, wapens, noem maar op.
Niet altijd was dat naar de zin van hun christelijke concurrenten. Sommige Joden werden daarom toch weer vervolgd of gevangen gezet. Of zelfs gedood, zoals de bankier Joseph Süss in 1738 overkwam. Hij had zijn leven kunnen redden door christen te worden. Vergeet niet dat sommige mensen hoge schulden bij Joden hadden. Door zo’n Jood te laten ‘verdwijnen’ waren ze in één keer van hun schuld af.
Nog steeds beperkingen
Maar in het algemeen begon het er voor de Joden beter uit te zien; er kwamen weer Joodse gemeenten. Men maakte dankbaar gebruik van de kennis en ervaring van de Joden.
Maar… niet teveel ineens! Er waren nog steeds anti-Joodse maatregelen. Bijvoorbeeld: was je een “beschermde Jood"? Dan kwam alléén je oudste zoon daarvoor ook in aanmerking. De andere kinderen konden die bescherming soms (voor veel geld) kopen. Anders moesten ze, als ze volwassen werden, het land verlaten.
De Duitse koning Frederik II gaf de Joden wel meer vrijheid, maar ze werden tegelijk aan strenge regels gebonden. Wilde je als Jood naar een andere stad, dan moest je een zware belasting betalen!
► Joseph Süss in de 'dodencel'
►► Moses Mendelssohn
Toch wilden steeds meer Joden wel eens een kijkje buiten het getto nemen. Zeker nu de scherpste vervolging voorbij leek te zijn. Een belangrijke Jood was Moses Mendelssohn. Hij was heel begaafd. Hij vertaalde de Thora (de vijf boeken van Mozes) in het Duits. Deze werd ook in de getto’s gelezen. Mendelssohn zelf zei: “Dit is de eerste stap naar de beschaving”. En inderdaad: de Joden leerden de Duitse taal en kregen meer belangstelling voor het 'echte' leven.
Dat wil niet zeggen, dat het in alle Europese landen zo goed ging met de Joden. In Rusland werden ze verbannen door keizerin Elizabeth. Men protesteerde wel: Dat levert veel schade op aan de handel van ons land. Ze zou toen geantwoord hebben: "Ik wil geen voordeel hebben van de vijanden van Christus!"
Ook In Oostenrijk werden de Joden verdreven. Maar doordat de Engelse koning zich ermee bemoeide, mochten ze vijf jaar later terugkomen – maar alleen tegen het betalen van een flinke belasting. Bovendien moesten ze herkenbaar zijn door een gele lap op hun kleding. Als ze geen baard hadden of vrouw waren…
"Nuttige burgers"
En dan Frankrijk! Tegen het einde van de 18e eeuw hoorde je daar steeds vaker: Wil je dat de Joden nuttige burgers worden, hef dan alle onderscheid op! Zo’n hoogbegaafd volk moet zich kunnen ontwikkelen! In de tijd van de Franse revolutie kregen de Spaanse Joden in Frankrijk volledige burgerrechten. Maar het duurde nog even voordat de hoge belasting voor de andere Joden werd afgeschaft.
Napoleon was een afschuwelijke tiran, maar hij heeft zich wel ingespannen om het leven voor de Joden draaglijker te maken. "Jullie moeten Jeruzalem in Frankrijk vinden", zei hij. Daarbij paste volgens hem het instellen van het Sanhedrin, wat ook in 1807 gebeurde. De Joden hoorden vanaf nu helemaal bij 'de samenleving'. En dat was ook het geval in België en Nederland. Maar hoe zou het in de rest van Europa gaan?
Wist je dat...
- de nazi's in 1940 de geschiedenis van Joseph Süss misbruikten in een anti-Joodse propagandafilm?
- de bekende (Joodse) componist Felix Mendelssohn een kleinzoon was van Moses Mendelssohn?