Een 'gouden eeuw'?


De islam had zich intussen in alle richtingen uitgebreid. Overal waren kleinere of grotere ‘rijkjes’ ontstaan: in Babylonië, in Egypte, Noord-Afrika en Spanje. Meestal werden die gebieden kalifaten genoemd.

   Joden in Egypte   

In Jeruzalem veerde het Jodendom op, na eeuwen van onderdrukking. Er vestigden zich steeds meer Joden. Er vormde zich weer een gemeente, er kwam weer een leerschool voor rabbijnen. Onder het bewind van de moslims kregen de Joden het beter dan ze het in lange tijd gehad hadden. Dat was ook zo in Bagdad en vanaf de tiende eeuw eveneens in Egypte. De stad Caïro werd toen het middelpunt van een machtig islamitisch rijk: de Fatimiden. Dat strekte zich tenslotte uit tot in Palestina en over een groot deel van Noord-Afrika. Ongeveer 200 jaar lang profiteerden de Joden in die gebieden van de grote welvaart. Ook werd hun weinig in de weg gelegd. Als ze maar goed wisten dat ze ‘ongelovigen’ waren. En de islamitische overheid moesten gehoorzamen! Ze mochten dus hun godsdienst belijden, gemeenten en leerscholen stichten. In Caïro woonden veel Joden, die contact hadden met andere Joden in alle hoeken van de wereld. Later zijn in een synagoge in Caïro heel veel Joodse handschriften uit deze tijd gevonden. Die werden daar opgeslagen, omdat ze versleten waren. Weggooien van teksten waarin de naam van God voorkomt was namelijk bij de Joden niet toegestaan.

   Geweldexplosies   

Hadden de Joden in deze tijd dan niet te lijden van vervolging en discriminatie? Zeker wel. Er waren uitbarstingen van geweld. Er werden Joden door fanatieke moslims vermoord. Andere heersers verplichtten de Joden om speciale kleding te dragen. Sommige Joden raakten hun land kwijt. In Egypte is een kalief geweest, ene Hakim, met wonderlijke godsdienstige ideeën. Hij nam ook scherpe maatregelen tegen christenen én Joden. Maar evengoed tegen moslims die het niet met hem eens waren. In het jaar 1009 vernielde hij de Heilig Graf-kerk in Jeruzalem.

   Joden in Spanje   

Speciaal moeten we nog letten op de toestand in Spanje. Halverwege de achtste eeuw waren de moslims dit land binnengetrokken. Ze veroverden vele steden, als eerste Cordoba. En bijna overal werden ze met gejuich door de Joden ontvangen. Verlost van de verdrukking door de ‘christenen’! Joden uit andere delen van de wereld stroomden toe. Ook Joden die eerder het land waren ontvlucht kwamen terug.


► Cordoba: Moskee uit de tijd van de 'Moren'

En de moslims vonden het prima. In de volgende jaren groeide Spanje uit tot het rijkste en meest ontwikkelde land van Europa. De hoofdstad Cordoba werd de grootste ter wereld. Joden en moslims leefden veelal op goede voet met elkaar. Allerlei hoge functies werden door Joden ingenomen. Dat waren mensen die - in de ogen van de moslims - kennis van zaken hadden! En die je kon vertrouwen. Het was ook een Jood, die lijfarts van de kalief werd en zijn belangrijkste raadsman…

   Helaas...   

In de beroemde stad Granada, waar later ook Noord-Afrikaanse moslims (‘Moren’) het voor het zeggen hadden, woonden talloze Joden. Een geweldige haatexplosie was daar in 1066: een woedende menigte moslims viel de Joden aan. Bij dit bloedbad zijn wel 4.000 Joden ter dood gebracht. Maar dit waren in het algemeen uitzonderingen.
Er is wel eens gesproken over de ‘gouden eeuw’ voor de Joden onder het moslim-bestuur. Als we de geschiedenis nagaan: het lijkt er wel op! Het is (helaas!) waar, wat een Israëlisch politicus eens schreef: Onder de christelijke overheersing heeft het Jodendom het nooit zo goed gehad als in deze eeuwen onder Arabisch bewind.
Dat is echt iets om in onze oren te knopen!