Verbanning


“Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel”. Een bekend spreekwoord, maar helaas kwam dit voor de Joden in de Middeleeuwen heel vaak niét uit.

   Bloedsprookjes   

In het jaar 1144 werd in de Engelse stad Norwich het levenloze lichaam gevonden van een 12-jarige jongen. Het was rond Pasen. En al snel ging het verhaal dat de Joden deze daad op hun geweten hadden. Zo ontstond het zogeheten ‘bloedsprookje’. Daarin werd beweerd dat Joden het bloed van christenen gebruikten om hun matzes voor het Paasfeest (Pesach) te bereiden. En deze beschuldiging werd in de jaren erna vaak herhaald. Honderd jaar later werden 19 Joden terechtgesteld omdat ze een negenjarige jongen zouden hebben vermoord. En ook nog in onze tijd kun je deze verdachtmakingen aantreffen. Er is altijd een groep mensen die deze verhalen wil geloven – zo diep zit soms de Jodenhaat!

   Herkenbaar als Jood   

Op een kerkelijke vergadering (concilie) in 1215 werd bepaald dat Joden herkenbaar moesten zijn: ze werden verplicht een gele lap op hun kleren te dragen. Of een ‘jodenhoed’ op te zetten. Eerst gebruikte men een puntmuts, maar die werd later door een gele ring vervangen. Tijdens het christelijke Paasfeest mochten Joden niet naar buiten. Ook werd door christenen beweerd dat in de Talmoed - een heel belangrijk Joods geschrift - godslasterlijke teksten stonden. Eens werden in Parijs karrenvrachten met Joodse boeken in het vuur geworpen. Het studeren werd de Joden steeds meer onmogelijk gemaakt. Voortdurend voelden ze zich opzijgezet, ze werden behandeld alsof ze besmettelijk waren. En het zou alleen nog maar erger worden.

   Verbanning    

Er waren in Europa enkele landen waar de Joden het heel slecht zouden krijgen. Vanaf 1182 werden geleidelijk aan steeds meer Joden uit Frankrijk verdreven. Hun bezittingen raakten ze natuurlijk kwijt. Soms had een koning hun geld nodig om zijn oorlogen te kunnen betalen. In het begin van de 14e eeuw braken in Frankrijk op vele plaatsen onlusten uit, waarbij veel Joodse slachtoffers vielen. Uiteindelijk werden rond 1400 de Joden uit heel Frankrijk verbannen. Het heeft zeker 200 jaar geduurd voordat ze terug konden keren.


► Joden (herkenbaar aan gele ring) verdreven uit Frankrijk

Engeland had eerst de Joden naar zich toe gelokt. Immers, die zouden met hun kennis en ervaring in de geldhandel grote welvaart kunnen brengen. Ze vormden veel minder dan 1% van de bevolking, maar van de binnenkomende belasting was meer dan 10% afkomstig van de Joden! De Engelse schatkist had daar dus heel veel voordeel van. Maar zo bleef het helaas niet! In de 13e eeuw kwamen er steeds meer incidenten van Jodenhaat. Tenslotte volgde in 1290 verdrijving. Pas 350 jaar later werden Joden weer in het land toegelaten!

   Verdachtmakingen    

In de 14e eeuw hadden de Joden opnieuw te lijden van valse beschuldigingen. Ze werden verdacht van het vergiftigen van de bronnen, waardoor de melaatsheid zich zou verspreiden. Vanaf 1347 heerste de pest (de ‘Zwarte Dood’) in Europa, waaraan zeer veel mensen stierven. Ook nu weer werden de Joden verdacht, ook omdat er beweerd werd dat onder hen minder slachtoffers zouden zijn. Er volgden wraaknemingen en plunderingen. Zelfs werden in Straatsburg honderden Joden in het openbaar verbrand.

   Spaanse Joden   

In Spanje werden Joden massaal gedwongen zich te bekeren tot het christendom. Zij werden ‘marranen’ genoemd. Dat betekent waarschijnlijk: zwijnen. Immers, de bevolking had een afkeer van die ‘naamchristenen’. Want een groot deel van hen bleef in het geheim toch het Jodendom trouw. Veel marranen klommen op tot belangrijke functies, dankzij hun hoge ontwikkeling. Uiteindelijk vond de koning dat Spanje een zuiver ‘katholiek’ land moest worden. Joden pasten dus niet in dat ideaalplaatje. In 1492 werden ze gedwongen het land te verlaten. Veel Joden vluchtten naar Portugal, maar daar werden ze enkele jaren later ook weer weggejaagd. Afstammelingen van hen kwamen onder andere in Nederland terecht. Ze werden 'Portugese Joden' genoemd. Nog steeds is er in Amsterdam een grote Portugese synagoge!
De laatste Joden verlieten Spanje op Tisja be’av (de Joodse treurdag). Op dezelfde dag dat Columbus wegzeilde naar Amerika. Maar er waren ook Joden die naar Griekenland en het Midden-Oosten trokken, waar ze met open armen door de moslims werden ontvangen. En dat is wel te begrijpen, want onder de Joden was veel technische, medische en wetenschappelijke kennis. En ze hadden veel verstand van de handel. De welvaart zou er zeker door toenemen!

Het einde van de ‘donkere’ Middeleeuwen was bereikt. De grote vraag: wat zou de ‘Nieuwe Tijd’ de Joden gaan brengen?