Thora - Wet van Mozes
Dit is een geschrift waar de Joden zeer veel waarde aan hechten. Het bestaat uit, wat wij noemen, de vijf Boeken van Mozes. Het zijn de Bijbelboeken Genesis tot en met Deuteronomium. Zo heten ze bij ons, want bij de Joden hebben ze andere namen.
De Thora beschrijft de schepping van de wereld, maar ook de uitverkiezing van het volk Israël. En het belangrijkste: de Wet die God aan Mozes heeft gegeven. Deze Wet is de leefregel voor de Joden. Een rabbijn zegt: Vanuit de Thora wordt het hele leven gevoed en geregeld. Uit de rol waarop de Wet is geschreven wordt telkens in de synagoge voorgelezen. Eens per jaar, op het feest Simchat Thora (= ‘Vreugde der Wet’) wordt opnieuw met de wekelijkse lezingen gestart in Genesis.
Oud-Hebreeuws
De teksten van de Thora (letterlijk: ‘onderwijzing’) behoren tot de oudste van de Joodse Bijbel. Ze zijn geschreven in oud-Hebreeuws. Maar men gebruikte in die tijd nog niet het bekende tekenschrift dat we nu in het moderne Israël tegenkomen en dat we ook in Hebreeuwse Bijbels vinden.
► Steen van Mesa (tekst uit 9e eeuw voor Chr.
►► 'Modernere' tekens in de Thora
We kennen dat oude Hebreeuws wel van ingegraveerde stenen die door onderzoekers zijn gevonden.
De manier van schrijven is trouwens door de eeuwen heen telkens aangepast. Vergelijk maar eens de Hebreeuwse letters uit de 9e eeuw voor Christus met de tekens die tegenwoordig gebruikt worden!
De offers in de Thora
In de Thora staan, behalve de geschiedenissen van de aartsvaders, ook veel voorschriften voor offers en andere godsdienstige plechtigheden. Denk maar aan alles wat over de tabernakel staat in de boeken Exodus en Leviticus. De offers zijn door God ingesteld om heen te wijzen naar de komende Messias. Immers: de mens heeft een schuld bij God die alleen door het offer van Christus kan worden verzoend. Maar de orthodoxe Joden willen daarvan niets weten. Als je oprecht je zonden belijdt, dan is daarmee de verhouding met God weer goed gemaakt. Zelfs het Pascha heeft voor de Joden geen diepere betekenis. De offers kunnen niet meer worden gebracht, daarom neemt God ook genoegen met onze gebeden, zo is hun mening.
De heilige Naam
Een probleem bij het voorlezen van de Thora is de Naam HEERE, die in het Hebreeuws als ‘JHWH’ wordt geschreven. Die lees je onder andere in de bekende Joodse geloofsbelijdenis, het Sjema Jisrael (Deut. 6:4). Al heel lang is het bij de Joden de gewoonte om die allerheiligste Naam niet op de lippen te nemen. Een teken van ontzag en eerbied! Daar komt bij dat het Hebreeuws na de ballingschap steeds minder werd gesproken. In de tijd van het Nieuwe Testament was de gebruikte taal het Aramees (Syrisch), behalve natuurlijk bij het voorlezen in de synagoge. En dat moest dus ook weer voor het gewone volk worden vertaald. De juiste uitspraak van de heilige Naam van God is daardoor verloren gegaan.
Klinkertekens
Zoals je weet kent het Hebreeuws alleen medeklinkers (bijvoorbeeld, er staat: SM, terwijl we uitspreken: Sem). Lastig om te lezen, dus hebben rabbijnen en Schriftgeleerden allerlei tekentjes in de tekst geplaatst om aan te geven hoe het woord moest worden uitgesproken. In de Middeleeuwen waren er groepen Joodse geleerden (de Masoreten) die dat nog eens hebben verbeterd. Zij hebben ook tekentjes gezet bij de Naam 'JHWH'. Dat waren de klinkers van het woord ‘Adonai’ (wij kennen dat als: Heere). Want dát woord lezen de Joden als ze in de tekst de allerheiligste Naam van God tegenkomen. Maar daardoor ontstond een woord dat je onmogelijk kunt uitspreken! Daarom zeggen sommigen dat die Naam als ‘Jehova’ moet klinken. Anderen beweren weer dat het ‘Jahweh’ moet zijn. Kortom: we weten het niet.
Wist je dat...
- de Jehova’s Getuigen wijzen op de tekst in Ex. 3:15, waarin God tegen Mozes zegt: "Dat is Mijn Naam". En daarom aan de Naam 'Jehova' vasthouden?
- de Roomse Bijbelvertaling ook een tijdlang de Naam ‘Jehova’ gebruikt heeft. Maar daarmee weer is gestopt, omdat de godsdienstige Joden er groot bezwaar tegen hadden?