Tenach - Oude Testament


Hiermee duiden de Joden de geschriften aan die wij het Oude Testament noemen. Maar waar komt die vreemde naam eigenlijk vandaan? Dat zit zo in elkaar. De Joden maken daarvan een verdeling in drieën:
  1. de Thora, dus de Wet (of: Onderwijzing): de vijf boeken van Mozes.
  2. de Nebiim – dat betekent: ‘Profeten’.
  3. de Chetoebim – dat wil zeggen: ‘Geschriften’.

Als je nu van deze drie woorden de eerste letters neemt, kun je daar (met wat fantasie) van maken: Tenach.

   Verdeling   

De Thora is bij het Jodendom erg belangrijk. Hij wordt als goddelijk en heilig beschouwd. Deze Wet wordt op een speciale rol geschreven, die heel voorzichtig wordt behandeld.
De Nebiim bestaan uit de boeken Jozua, Richteren, Samuël en Koningen. Verder natuurlijk de drie grote (Jesaja, Jeremia en Ezechiël) en de twaalf kleine profeten.

Tenslotte zijn er de Chetoebim: de boeken Psalmen, Spreuken en Job. En ook de zogeheten ‘feestrollen’: Hooglied, Klaagliederen, Ruth, Prediker en Esther. Dat wil zeggen, dat daaruit wordt gelezen bij bepaalde Joodse feesten. Bijvoorbeeld uit het Hooglied op het Paasfeest, uit Ruth op het Pinksterfeest en uit de Klaagliederen op de treurdag Tisja be’av. En natuurlijk uit de rol van Esther op het Poerimfeest!


► Gedeelte van een versierde Esther-rol

Dan vinden we er nog de boeken Daniël, Ezra + Nehemia en de Kronieken (die niet zijn gesplitst). De Hebreeuwse Bijbel eindigt dus met het boek der Kronieken. Dit is merkbaar aan de woorden van Jezus in Matth. 23:35, waarin Hij de moord op de profeet Zacharía (beschreven in 2 Kron. 24) als laatste noemt.
De Chetoebim worden ook wel eens aangeduid als “de Psalmen”. Dat zie je in Luk. 24:44, waar Jezus, in gesprek met Zijn discipelen, alle drie onderdelen van de Tenach opnoemt.

   Hebreeuws en Aramees   

De oorspronkelijke taal van de Tenach is Hebreeuws. Maar er zijn sommige stukken geschreven in het Aramees (Syrisch). Dit was een taal die in Israël al bekend was in de tijd van de Koningen. hoewel lang niet iedereen die kon spreken. Immers: de hoge ambtenaren van Hizkia zeggen tegen Rabsaké, dat hij maar beter Syrisch tegen hen kan spreken, want dat kunnen ze ook verstaan (2 Kon. 18:26). Later, na de ballingschap, komt het Aramees steeds meer ‘in de mode’; het wordt een soort wereldtaal, waarmee je je op veel plaatsen verstaanbaar kunt maken. Aramese gedeeltes in de Bijbel vinden we in het boek Daniël (hst. 2 t/m 7), maar ook in brieven die voorkomen in het boek Ezra (vanaf hst. 4).

   Septuagint   

Toen steeds meer Joden wegtrokken naar de Grieks sprekende wereld kwam er behoefte aan een vertaling van de vijf boeken van Mozes (de Thora) in het Grieks. Die is tot stand gekomen ca. 200 voor Chr. in Alexandrië, in Egypte. Deze vertaling heet: Septuagint. Dat woord betekent: 'zeventig', omdat men geloofde dat er 70 (eigenlijk 72 - van elke stam zes) rabbijnen aan de vertaling van de Thora gewerkt hadden. Daarom wordt dat geschrift vaak aangeduid met: LXX. Later zijn daar de andere boeken van het Oude Testament aan toegevoegd. Ook Jezus en de apostelen gebruikten die vertaling. Daardoor komt het dat soms teksten en namen in het Nieuwe Testament op een andere manier aangehaald worden. Dat merk je bijvoorbeeld bij de namen in het geslachtsregister van Matt. 1. En ook bij de teksten uit Jes. 53 in de geschiedenis van Filippus en de kamerling (Hand. 8). Omdat de christenen de Septuagint gingen gebruiken, moesten de Joden er juist niet meer zoveel van hebben. Dat kwam ook doordat de christenen uit die vertaling gingen bewijzen dat Jezus de Messias is.

   Masoreten   

Het Hebreeuws kent alleen medeklinkers. Dat maakt het uitspreken van een woord vaak lastig. Denk maar aan het 'woord' str (in onze taal). Is dat nu: stro, aster, stier of nog wat anders? Dat zou een probleem kunnen worden. Gelukkig is er iets op gevonden. In de Middeleeuwen leefden de Masoreten. Dat waren Joodse geleerden.


► Gedeelte van Psalm 115

Ze hebben een 'systeem' van tekentjes bedacht, die het gemakkelijker maken om de woorden te begrijpen en hardop te lezen. Die figuurtjes werden boven of onder de tekst aangebracht. Dat zie je ook in het plaatje, met een gedeelte uit de Hebreeuwse Bijbel. Het eerste woord (rechts bovenaan) is: 'Israël'.

   Profetieën   

Behalve de Thora wordt het Oude Testament door de Joden vooral gezien als ‘geschiedenisboek’. Het heeft daarom niet altijd evenveel aandacht. Ook niet de profetieën die wijzen op de komst en het lijden van de Messias. Zelfs niet een hoofdstuk als Jesaja 53, dat daar zo duidelijk over spreekt. Maar ze laten zien dat ze in grote verlegenheid komen bij dit Bijbelgedeelte. Het wordt dan ook bij het lezen in de synagoge overgeslagen! Ze denken eerder dat daarin wordt beschreven hoe erg het Joodse volk in de geschiedenis zal worden vervolgd en moet lijden. Paulus zegt dat de Joden "een deksel op het aangezicht" hebben (2 Kor. 3:14-16). Maar God kan dat wegnemen! Er zijn voorbeelden van Joden die juist na het lezen van Jesaja 53 tot bekering en geloof in Christus zijn gekomen.

De Joden kunnen het Nieuwe Testament niet missen! Evenmin als wij. Er is maar één Naam, waardoor we moeten zalig worden (zegt Petrus in Hand. 4 :12). Dat is Jezus Christus! Daarom is het zo belangrijk dat er voor de Joden een goede en betrouwbare vertaling is van het Nieuwe Testament. Daar is men al een aantal jaren mee bezig.