Pesach - Paasfeest
Pesach is door de Heere Zelf ingesteld in Exodus 12. Hier lezen we over de uittocht uit Egypte. Voordat de Israëlieten uit Egypte trokken, vierden ze voor het eerst Pesach. In de nacht waarin alle eerstgeborenen in Egypte stierven, ging de verderfengel de deuren van de Israëlieten voorbij en waren de mensen pas veilig als er bloed van het lam aan de deurposten was gestreken. Dat lam mocht geen gebreken hebben, het moest sterk en gezond zijn. Het lam moest geslacht worden en het hele gezin moest het vlees van het lam eten. Er mocht geen been van gebroken worden en er mocht niets van overblijven!
Dit zag op het volmaakte Offerlam dat komen zou: de Heere Jezus. Pesach vormt in de Bijbel samen met Chag haMatzot (het Feest van de ongezuurde broden) en Jom haBikoerim (het Feest van de eerstelingen) drie feesten.
Hoe Pesach nu gevierd wordt
Pesach valt in de maand nisan. Bij ons is het dan maart of april. Vóór Pesach is al het gist uit het huis weggehaald. Het feest begint met de zogenoemde Sederavond; er wordt een uitgebreide maaltijd gebruikt. Geen gewoon brood wordt gegeten, maar matzes, brood zonder gist.
Op een grote sederschotel ligt een aantal gerechtjes klaar, die allemaal iets betekenen:
- Een bot van een lam, dit herinnert aan het lam dat geslacht werd in de nacht dat Israël mocht vertrekken uit Egypte. Maar het doet ook denken aan het lijden van Jezus, het Lam van God.
- Een hardgekookt ei, als symbool voor het nieuwe leven.
- Twee soorten bittere kruiden: Rauwe mierikswortel en
andere bittere kruiden, die herinneren aan de bitterheid van de
slavernij in Egypte. Messiaanse Joden denken hierbij ook aan het bittere
lijden van Jezus.
- Karpas, bijvoorbeeld een ui. Deze wordt in zout water gedoopt, als herinnering aan de 'zoute' tranen van de Israëlieten bij hun slavenarbeid.
- Charoset, dat is een mengsel met appel en dadel: de zoetheid betekent het geluk na de bevrijding uit Egypte, terwijl de kleur doet denken aan de klei uit de slaventijd in Egypte.
- Peterselie, die in zout water gedoopt wordt, wat herinnert aan de zoute tranen over de slavernij.
"Volgend jaar in Jeruzalem!"
Er worden teksten gelezen en het zogeheten Hallel wordt gezongen: de Psalmen 113 tot en met 118. Er moeten vier bekers wijn worden gedronken. Altijd als er wijn gedronken wordt, spreekt men de zegen uit: "Geloofd zijt Gij, Heere, onze God, Koning van het heelal, Die de vrucht van de wijnstok geschapen heeft". Bij het inschenken van de tweede beker vraagt het jongste kind: "Waarom is deze avond anders dan alle andere avonden?" En dan vertelt de vader uitvoerig over de bevrijding uit Egypte en hoe de Heere wonderlijk heeft geholpen in het verleden, hoe Hij Israël heeft geleid. De kinderen worden erop gewezen dat God de Almachtige is.
Als Gods werken zijn verteld, wordt de derde beker ingeschonken. Deze beker wordt ook wel ‘de beker der dankzegging genoemd. Dit is de beker die de Heere Jezus heeft gebruikt om het Heilig Avondmaal in te stellen. Hij wijst op het bloed van het Lam, op het bloed van Christus. Ten slotte is er de vierde beker. Men gaat ervan uit dat de vier bekers te maken hebben met de woorden van de Heere uit Exodus 6:5-6, vier keer Ik zal: Ik zal uitvoeren, Ik zal redden, Ik zal verlossen, en de vierde beker: Ik zal aannemen. De avond eindigt met de wens: “Volgend jaar in Jeruzalem!” Dat was de wens van de Joden die over de wereld verstrooid waren, om terug te keren naar het land van oorsprong.
Toen de Heere Jezus met Zijn discipelen de paasmaaltijd at, vierde ook Hij Pesach volgens de regels. Ook Hij dronk de vier bekers wijn en ook Hij heeft de lofzang gezongen. Joodse mensen die de Heere Jezus als Messias belijden, herdenken met Pesach Zijn lijden en sterven.