De Joodse verstrooiing
De opstand van Bar Kochba heeft het land in een ellendige toestand achtergelaten. Veel verwoestingen zijn aangericht, veel Joden zijn omgekomen. Hoofdzakelijk in het noorden, in Galilea vind je nog Joodse activiteit.
Diaspora
Maar vooral velen zijn verstrooid geworden over andere landen. In de tweede eeuw na Chr. is Babylonië hét centrum van het Jodendom; er worden leerscholen
gesticht. En Joodse geleerden houden er zich bezig met de studie van de Thora (Wet).
Later ontstaan geschriften als de Misjna en de Talmoed.
Denk nu niet dat dit iets nieuws is. Al veel
eerder is sprake van Joodse verstrooiing ("diaspora") naar allerlei streken. Daar
dreven ze handel met de bewoners van de omliggende landen. Na de
inname van Jeruzalem door Nebukadnezar (586 v. Chr.) werden groepen Joden naar Babel getransporteerd. Maar velen hadden het daar best naar hun zin. We weten van rijke Joodse bankiers die daar een goede boterham konden verdienen. En dus ook niet echt naar hun eigen land terug verlangden.
Joden in Egypte
Maar ook weken Joden uit naar Egypte. Een groep trok, samen met de profeet Jeremia, naar Daphne (Tachpanhes) in Egypte. Dat lees je in Jer. 43:7. Vanaf die tijd vinden we ook een flinke Joodse bevolking in Elefantine, op een eiland in de Nijl. Daar hadden ze een synagoge en een eigen tempel, waar ze offers brachten.
► Steden in Egypte met Joodse bevolking
Toen een paar eeuwen later Alexander de Grote de havenstad Alexandrië stichtte, gingen ook daar veel Joden wonen. Er is gezegd dat ze wel 40% van de bevolking uitmaakten. In het jaar 174 v. Chr. was de zoon van de afgezette hogepriester Onias naar Egypte gevlucht. Ruim tien jaar later mocht hij van de Egyptische koning in de stad Leontopolis een Joodse tempel bouwen. Deze zou het nog tot het jaar 73 na Chr. uithouden! Behalve in de vier genoemde steden in Egypte woonden ook veel Joden in Heliopolis (On).
In de Bijbel
In het Nieuwe Testament komen we ook Joden uit de verstrooiing tegen; "diaspora" staat er in Jak. 1:1 letterlijk in het Grieks. Op het Pinksterfeest in Jeruzalem lees je van een hele serie, afkomstig uit o.a. Cyrene, Cappadócië, Frygië, Pamfylië en Mesopotamië (Hand. 2:9-11). Dat waren dus allemaal Joden die Palestina al verlaten hadden vóór de verwoesting van Jeruzalem (dat was veertig jaar later pas).
Men schat het aantal Joden in Palestina in de eerste eeuw op zo'n drie miljoen. Maar in de gebieden daaromheen veel meer, misschien wel vijf miljoen. Denk aan landen als Egypte, Syrië, Klein-Azië en Mesopotamië.
Joodse gemeenschappen
De Joden buiten Palestina gingen steeds meer Grieks spreken. Daardoor kwam er behoefte aan een Griekse vertaling van het Oude Testament. Die overzetting, de Septuagint, is in Alexandrië ontstaan. Omdat het Grieks veel in het Romeinse Rijk werd gesproken, heeft dit enorm bijgedragen tot de verspreiding van het christelijk geloof.
► Beeld van het oude Alexandrië
Na de tweede opstand (135) blijven Joodse gemeenschappen aanwezig, in o.a. in de Negev en in Galilea. Ook is er een Sanhedrin in Galilea. De Joden worden wel steeds meer een minderheid in eigen land, maar in het Romeinse Rijk krijgen ze nog niet zo'n slechte behandeling als de christenen. Aan het begin van de derde eeuw (212) krijgen ze zelfs het Romeinse burgerrecht.