Aartsvaders
Abraham
Het ontstaan van het volk Israël begint bij de roeping van aartsvader Abraham. In de Bijbel kunnen we lezen dat Abram (zo heette hij eerst) oorspronkelijk in Ur der Chaldeeën woont. Een plaats aan de rivier de Eufraat. In Mesopotamië (een Grieks woord met de betekenis: "tussen de rivieren") - tegenwoordig ligt dat gebied in het zuiden van Irak.
God geeft Abram de opdracht om zijn vaderland te verlaten en te trekken naar het land dat God hem wijzen zal. Hij belooft Abram dat hij een groot volk zal worden (Gen.12). Na een lange reis vestigt Abram zich rond de plaats Sichem. God geeft hier aan Abram opnieuw de belofte dat hij tot een groot volk zal worden en dat zijn nakomelingen in dit land zullen wonen. Maar ook dat uit zijn nageslacht de Messias zal geboren worden!
Izak
Het duurt lang voor Abram en Sara een zoon krijgen. Daarom geeft Sara haar Egyptische slavin Hagar aan Abram als vrouw, zodat zij kinderen kan krijgen voor haar. Het lijkt een detail, maar toch belangrijk om te noemen. Want Hagar krijgt inderdaad een zoon, Ismaël. De Arabieren hebben namelijk ook Abraham als hun voorvader via deze zoon Ismaël.
Het is dus niet zo verwonderlijk dat zowel Joden als Palestijnen aanspraak maken op het gebied aan de kuststrook van de Middellandse Zee en dat het een onoplosbaar probleem lijkt. Beiden hebben namelijk Abraham als stamvader, alleen daarna splitsen de lijnen zich.
► Overblijfselen van de zogeheten 'ziggoerat' van Ur. Deze tempeltoren stond in de buurt van de woonplaats van Abram. Tegenwoordig is deze toren grotendeels gereconstrueerd. Men denkt dat de 'toren van Babel' (Gen. 11) ook een 'ziggoerat' is geweest. En ook dat Jakob in zijn droom bij Bethel zo'n trap (vertaald als 'ladder') gezien heeft...
Uiteindelijk krijgen Abraham en Sara toch samen een zoon: Izak. God maakt duidelijk dat de beloften die Hij aan Abraham heeft gegeven (volk, land en Messiasbelofte) zullen gelden voor Izak. Hij belooft ook dat Hij Ismaël tot een groot volk zal maken, wat ook daadwerkelijk gebeurt (Gen.25). Er zijn twee zonen, maar Izak is de tweede aartsvader van het volk van de Joden.
Jakob
Izak trouwt met Rebekka, een vrouw uit de familie van Abraham. Uit dit huwelijk wordt een tweeling geboren, Jakob en Ezau. God maakt duidelijk dat Hij de beloften die hij aan Abraham gedaan heeft zal laten gelden voor Jakob. Zo wordt Jakob de derde aartsvader van het volk van de Joden.