Konijn


Iedereen kent dit dier. In het oude Israël kwam het niet voor. Maar wel dieren die een klein beetje op ons eigen konijn lijken...

   Klipdas   

Het vertalen van de Bijbel is niet zo eenvoudig. Ook niet als we te maken hebben met dieren die voor ons vreemd zijn. Luther had de gewoonte om in die gevallen een voor ons bekend woord te kiezen. In de Statenvertaling is dat met dierennamen ook vaak gedaan. Bijvoorbeeld met de klipdas. Want dat is een dier dat in Israël en andere bergachtige gebieden veel voorkomt. In Afrika en in Azië. Toen zeelieden uit het Oosten langs de zuidkust van Europa voeren zagen ze daar beestjes huppelen, die wel wat leken op de klipdassen, die ze zelf kenden. Ze noemden die dieren daarom ook sjafan (het Hebreeuwse woord voor klipdas). Maar het wáren geen klipdassen, maar konijnen! Er wordt gezegd dat later van dit woord sjafan het woord ‘Spanje’ is gemaakt. En nu weet je waarom dat land Spanje heet: konijnenland! Maar nu snap je ook waar die verwarring van het konijn met de klipdas vandaan is gekomen…


► De klipdas (het 'konijn' van de Statenvertaling)

Het Oude Testament noemt de klipdas slechts een paar keer. Dat is dus het dier dat in onze vertaling ‘konijn’ wordt genoemd. Ze hebben veel leefgewoontes, die konijnen niet hebben. Klipdassen houden ervan om in de rotsen te bouwen of te schuilen. Dat staat in Ps. 104:18. We lezen in Lev. 11:5 dat het konijn (de klipdas dus) een onrein dier is. De kanttekening hierbij zegt dat het ook een ‘bergmuis’ kan genoemd worden. Een klipdas lijkt wel wat op een marmotje. Een grappig dikkerdje. Hij heeft een dichte, zachte vacht en korte poten. En die pootjes zijn bijzonder: er zitten een soort ‘kussentjes’ onder. Daar heeft het dier veel gemak van als het over de rotsen klautert: het geeft veel houvast. En ze zijn zo krachtig, dat ze, als het moet, er geweldige sprongen mee kunnen maken.

   Kuddedieren   

Klipdassen eten vooral planten en vruchten. Terwijl andere dieren vaak de hele dag door eten, hebben zij bepaalde momenten waarop zij hun 'maaltijd' gebruiken. Niet te geloven wat zo'n beestje dan in korte tijd naar binnen kan werken! Een groot deel van de tijd brengen ze door met zonnebaden en lekker (gezellig bij elkaar) uitrusten. Als het niet regent, want daar hebben ze een hekel aan.

Sommige mensen hebben een klipdas als huisdier. Ze zijn gemakkelijk tam te maken. En, niet onbelangrijk, ook zindelijk. In de natuur hebben ze ook bepaalde plaatsen waar ze hun behoefte doen. Het is wel gebeurd, dat men een tamme klipdas leerde om het toilet van zijn 'baasje' te gebruiken...

   In de rotsen    

De Bijbel zegt dat de klipdas een herkauwer is. Dat klopt wel, maar het is niet hetzelfde als het herkauwen van een rund. Bij het eten gaan de kaken van de klipdas heen en weer, net als bij een koe – dat dan wel weer…

Ook speciaal is de manier waarop de dieren leven. Ze zijn vaak op de rotsen in kuddes bij elkaar. Ze maken zachte brommende geluiden om met elkaar te communiceren, zonder dat hun vijanden het kunnen horen. En vijanden hebben ze, vooral de arend en de baviaan. Klipdassen zien heel scherp. Ze kunnen zelfs tegen de zon inkijken, dankzij een speciale voorziening in de ogen. Zo kunnen ze hun vijanden nóg eerder opmerken...
In Spr. 30:26 zegt Agur dat de ‘kracht’ van de klipdassen is, dat ze zich in de rotsen kunnen verbergen. Dreigt er gevaar, dan begint een wachtpost een doordringend piepend geluid te maken. En dan schieten ze pijlsnel weg!