Syrië
Syrië grenst in het noordoosten aan Israël. De hoofdstad is Damascus. In vroeger tijd heette het land: Aram. Maar let op: in die tijd liepen de grenzen tussen de landen heel anders dan tegenwoordig. Het land Aram bevatte ook gedeeltes die wij nu Turkije of Irak zouden noemen. Rebekka, de vrouw van Izak, kwam uit Syrië (Aram), maar dat was een gedeelte dat bekend is als Mesopotamië (een Grieks woord met als betekenis: “tussen de rivieren”).
In het Oude Testament
In de Bijbel lezen we van Syrische koningen die telkens de Israëlieten lastig vielen: Benhadad, Hazaël en Rezin. In de tijd van koning Achaz bedreigde deze Rezin het land Juda. Maar Achaz kreeg hulp van Tiglath-Piléser van Assyrië. Hier kon Rezin niet tegenop. Het gevolg was dat Syrië werd ingenomen, koning Rezin werd gedood en de bevolking werd weggevoerd (2 Kon. 16:9).
De taal van Syrië heet het Aramees. Die taal is eeuwenlang gesproken in een wijd gebied. Een soort wereldtaal dus. Belangrijk voor de handel en internationale contacten. De helft van het boek Daniël (hoofdstuk 2 t/m 7) is in het Aramees geschreven, de taal die al in de tijd van de profeet bekend was! Tijdens en na de ballingschap konden ook de Joden zich in deze taal verstaanbaar maken. Uiteindelijk ging de hele bevolking in die streken het Aramees gebruiken. Het was ook Jezus’ moedertaal.
Moslim-overheersing
In het Nieuwe Testament is Syrië niet meer dan een Romeinse provincie (samen met Libanon en een deel van Palestina). Over deze provincie was dus volgens Lukas 2 Cyrenius (= Quirinius) stadhouder. In Damascus kunnen ze je nog de plaats aanwijzen in de ‘Rechte Straat’, waar de apostel Paulus is geweest (Hand. 9)…
Ook Syrië heeft veel te kampen gehad met vijandige volken. In de derde eeuw na Chr. zijn de Perzen een tijdje aan de macht geweest, maar ze werden weer verdreven door de Romeinen. Vierhonderd jaar later werd Syrië door de Arabieren veroverd. In die tijd is ook de beroemde ‘Grote Moskee’ in Damascus gebouwd.
Aan het begin van de 16e eeuw werden de Ottomanen (ook wel Turken genoemd) de baas. Die overheersing heeft geduurd tot ongeveer 1920. Vanaf die tijd hielden de Fransen toezicht op het land. In 1946 werd Syrië dan eindelijk een onafhankelijke republiek. Voor Israël zou dat nog twee jaar langer duren…
Arabische Lente?
Syrië: ook een land van bloedige conflicten. In 1970 kwam Hafiz Al-Assad aan de macht, dertig jaar later opgevolgd door zijn zoon Bashar. Eind 2010 ontstonden in een deel van het Midden-Oosten hevige demonstraties en opstanden. Men sprak wel van de ‘Arabische Lente’. Ook in Syrië, waar men de president Al-Assad aan de kant wilde schuiven. Maar daar is niets van terecht gekomen. Wel kwamen er wat verbeteringen in het landelijk bestuur: ook andere partijen mochten aan de verkiezingen deelnemen.
Er volgde zelfs een hevige strijd tussen het leger van Syrië en de rebellen. Daarbij werd van de kant van de regering ook gifgas ingezet. Met Iran en Rusland zijn de Syriërs goede vriendjes. Ze steunen ook de Hezbollah-beweging uit Libanon. Deze strijders staan heel vijandig tegenover Israël en hebben meer dan eens raketten daarop afgevuurd.
De verhouding met Israël is dus niet zo goed. In 1967 hebben de Syriërs de Golan-hoogvlakte verloren aan Israël. En die willen ze wel terug hebben. Ook heeft Syrië zich bemoeid met de Jom Kippoer-oorlog (1973) en de Libanese Burgeroorlog.
Syrië nu
Syrië heeft ongeveer 20 miljoen inwoners. Meer dan 90% daarvan zijn Arabieren. Tien procent van de bevolking is christen. De meesten daarvan zijn orthodox of katholiek. De protestanten vormen dus een minderheid.
Joden hebben het bijna altijd moeilijk gehad in het land. Velen zijn naar Amerika vertrokken. Er zijn er nog maar een handvol in Syrië.
Het land telt een aantal bezienswaardigheden. Er zijn burchten uit de tijd van de Kruisvaarders, oude steden of ruïnes als: Bosra (met een Romeins theater) en Apamea. Ook bekend is Palmyra, waar helaas de terroristen van IS in 2015 grote verwoestingen hebben aangericht. Waarschijnlijk is dit de stad die in 2 Kron. 8:4 Tadmor wordt genoemd en waaraan koning Salomo nog gebouwd heeft.